zondag 2 juli 2023 om 14.30 uur

t Centrum
Voorganger(s): ds. Annette Bosma, Den Haag
Ouderling(en): Rien van Dam
Organist: Leo Bouma

Viering Heilig Avondmaal in 't Centrum
Avondmaalsviering in ’t Centrum * 2 juli 2023 * 14.30 uur
ds. Annette Bosma, Den Haag

Orde van dienst: 
•         Welkom
•         Stil gebed
•         Bemoediging en Groet
•         Psalm 122: 1 + 2

1 Hoe sprong mijn hart hoog op in mij, 
   toen men mij zeide: 'Gord u aan
   om naar des Heren huis te gaan!
   Kom ga met ons en doe als wij!'
   Jeruzalem, dat ik bemin,
   wij treden uwe poorten in,
   u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!
   Jeruzalem, van ver aanschouwd,
   wel saamgevoegd en welgebouwd,
   o schone stede, die wij groeten.
2. Hoe zijn de stammen opgegaan!
    Hier gingen ons de voeten voor
    der pelgrims, die de Heer verkoor,
    hier, waar uw heilige muren staan!
    Jeruzalem, dat ik bemin,
    wij treden uwe poorten in
    naar 's Heren woord, om zijn naams ere!  
    Zo is het Israël gezegd:
    hier zijn de zetels van het recht,
    de troon, waar David zal regeren!
•         Gebed
•         Gezang 328: 1, 2 en 3 (uit Liedboek 1973)
1 Here Jezus, om uw woord
   zijn wij hier bijeen gekomen.
   Laat in 't hart dat naar U hoort
   uw genade binnenstromen.
   Heilig ons, dat wij U geven
   hart en ziel en heel ons leven.

2 Ons gevoel en ons verstand
   zijn, o Heer, zo zonder klaarheid,
   als uw Geest de nacht niet bant,
   ons niet stelt in 't licht der waarheid. 
   't Goede denken, doen en dichten
   moet Gij zelf in ons verrichten.
3 O Gij glans der heerlijkheid,
   licht uit licht, uit God geboren,
   maak ons voor uw heil bereid,
   open hart en mond en oren,
   dat ons bidden en ons zingen
   tot de hemel door mag dringen.

•         Schriftlezing Johannes 8: 1 – 11 (vertaling NBV)
8:1 Jezus ging naar de Olijfberg, 2 en vroeg in de morgen was Hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar Hem toe, Hij ging zitten en gaf hun onderricht. 3Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en 4 zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. 5 Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt U daarvan?’ 6 Dit zeiden ze om Hem op de proef te stellen, om te zien of ze Hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. 7 Toen ze bleven aandringen, richtte Hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ 8 Hij bukte zich weer en schreef op de grond. 9Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten Hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. 10Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ 11‘Niemand, Heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’

•         Gezang 280: 1  (Liedboek 1973)
1 Rechter in het licht verheven,
   Koning in uw majesteit,
   louter ons geringe leven,
   scheld ons onze schulden kwijt,
   laat uw vleuglen ons omgeven,
   troost ons met uw tederheid.
•         Overdenking
•         Gezang 460: 1 + 2 + 3 (uit Liedboek 1973)
1 Loof de Koning, heel mijn wezen,
   gij bestaat in zijn geduld,
   want uw leven is genezen
   en vergeven is uw schuld.
   Loof de Koning, loof de Koning,
   tot gij Hem ontmoeten zult.

2 Looft Hem als uw vaad'ren deden,
   eigent u zijn liefde toe,
   want Hij bergt u in zijn vrede,
   zegenend wordt Hij niet moe.
   Looft uw Vader, looft uw Vader,
   tot uw laatste adem toe.
3 Ja, Hij spaart ons en Hij redt ons,
   Hij kent onze broze kracht.
   Hij bewaart ons, Hij ontzet ons
   van de boze en zijn macht.
   Looft uw Heiland, looft uw Heiland,
   die het licht is in de nacht.
 
•         Gebed
•         Inzameling van gaven
•         Viering van het Avondmaal
•         Dankgebed
•         Slotlied Gezang 437: 1 + 2 + 3  (uit Liedboek 1973) 
1 Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht!
   God, laat mij voor uw aangezicht,
   geheel van U vervuld en rein,
   naar lijf en ziel herboren zijn.

2 Schep, God, een nieuwe geest in mij,
   een geest van licht, zo klaar als Gij;
   dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
   en ga de weg die U behaagt.
3 Wees Gij de zon van mijn bestaan,
   dan kan ik veilig verder gaan,
   tot ik U zie, o eeuwig licht,
   van aangezicht tot aangezicht.
•         Heenzending en Zegen


terug