zondag 22 augustus 2021 om 09.30 uur

Vredekerk
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Tekst(en): Spreuken 9: 1-11 & Johannes 6: 41-59
Ouderling(en): Peter Keijzer
Organist: Christian Hutter

Beamer: Wim de Vos
Streaming: Peter de Rijcke
Lector: Jan Valstar
Collecte: Kerkrentmeesters
Locatie: Vredekerk

Wilt u meeluisteren? Klik op het oortje voor de Vredekerk:  
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo:  

Orde van dienst:
9.20 uur Orgelspel
9.25 uur Opwekking 797 – Breng ons samen
VAN BUITEN NAAR BINNEN
Welkom en mededelingen
Intochtslied 326: 1 + 2 + 3

Van ver, van oudsher aangereikt,
een woord dat toch niet van ons wijkt,
nabij en nieuw ons aangedaan,
weer vlees geworden, opgestaan!
 
Dit woord komt tot ons op de wind.
Het zoekt een huis, een wijs. Het vindt
gehoor bij mensen, onderdak.
Dit woord, dat God van oudsher sprak.
Dit woord blijft leven in een lied.
Waar mensen zingen sterft het niet,
als adem die de harten voedt,
als lente die ons bloeien doet.

Stil gebed
Bemoediging en groet
Lied 326: 4 + 5 + 6

Dit lied dat onze nacht verstoort
wordt keer op keer als nieuw gehoord.
Het breekt zich baan in morgenlicht,
een nieuwe dag, een vergezicht.
 
Van ver, van oudsher aangezegd,
een naam, opnieuw op ons gelegd,
een woord, dat onze monden vult,
een lied, dat Gods gelaat onthult.
O woord, zolang ons toegedaan,
zet ons opnieuw tot zingen aan:
gezegend, hier en overal
die is, die was, die komen zal!

VOORBEREIDING
Gebed om ontferming

Glorialied – Opwekking 808 | Heer ik leef in U 
DIENST VAN HET WOORD
Gebed om verlichting door de Heilige Geest
Kindermoment
Inleiding door voorganger
Kinderlied – Opwekking kids 100 | Sta eens even op
Lezing uit het OT – Spreuken 9: 1-11
1Wijsheid heeft haar huis gebouwd,
zeven zuilen heeft ze uitgekapt.
2Ze heeft haar vee geslacht, haar wijn gemengd,
haar tafel heeft ze gedekt.
3Haar dienaressen heeft zij de stad in gestuurd,
zelf roept zij vanaf de hoogste plaats:
4Onnozele mensen, kom toch deze kant op.’
Wie geen verstand heeft roept ze toe:
5Kom, eet het brood dat ik je geef,
drink de wijn die ik heb gemengd.
6Wees niet langer zo onnozel,
leef, en betreed de weg van het inzicht.’
 
7Wie een spotter terechtwijst, wordt bespot,
wie een goddeloze de les leest, wordt belachelijk gemaakt.
8Wijs een spotter niet terecht, hij zou je haten,
berisp een wijze, en hij mag je graag.
9Een wijze wordt nog wijzer als je hem berispt,
een rechtvaardige vergroot zijn inzicht door wat je hem leert.
10Wijsheid begint met ontzag voor de HEER,
inzicht is vertrouwdheid met de Heilige.
11Door mij, Wijsheid, vermeerderen de dagen van je leven,
je levensjaren nemen door mij toe.

Psalm 119: 1 + 47
Welzalig wie de rechte wegen gaan,
wie in de regels van Gods wijsheid treden.
Zalig wie zijn getuigenis verstaan,
van ganser harte zoeken naar zijn vrede.
Geen onrecht en geen dwaling lokt hen aan.
De weg der zondaars wordt door hen gemeden.
 
Hoe zie ik uit, Heer, naar uw heilig recht,
hoe staat uw woord van trouw mij steeds voor ogen.
Leer mij doorgronden wat Gij hebt gezegd,
wees Gij om mij genadiglijk bewogen.
Verleen mij inzicht, dat ik als uw knecht
uw wil versta, uw wijsheid kennen moge.
 
Lezing uit het NT – Johannes 6: 41-59 (NBV)
41De Joden begonnen te protesteren omdat hij zei dat hij het brood was dat uit de hemel was neergedaald. 42‘Dat is toch Jezus, de zoon van Jozef? We weten toch wie zijn vader en moeder zijn? Hoe kan hij dan zeggen dat hij uit de hemel is neergedaald?’ 43Jezus zei: ‘Ik hoor u bezwaren maken. 44Toch kan niemand bij mij komen, tenzij de Vader die mij gezonden heeft hem bij me brengt, en ik zal hem op de laatste dag tot leven wekken. 45Het staat geschreven in de Profeten: “Zij zullen allemaal door God onderricht worden.” Iedereen die naar de Vader luistert en van hem leert komt bij mij. 46Niet dat iemand ooit de Vader gezien heeft – alleen hij die van God komt, heeft hem gezien. 47Waarachtig, ik verzeker u: wie gelooft, heeft eeuwig leven. 48Ik ben het brood dat leven geeft. 49Uw voorouders hebben in de woestijn manna gegeten en toch zijn zij gestorven. 50Maar dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald; wie dit eet sterft niet. 51Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; wanneer iemand dit brood eet zal hij eeuwig leven. En het brood dat ik zal geven voor het leven van de wereld, is mijn lichaam.’
52Nu begonnen de Joden heftig met elkaar te discussiëren: ‘Hoe kan die man ons zijn lichaam te eten geven!’ 53Daarop zei Jezus: ‘Waarachtig, ik verzeker u: als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u. 54Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en hem zal ik op de laatste dag uit de dood opwekken. 55Mijn lichaam is het ware voedsel en mijn bloed is de ware drank. 56Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik blijf in hem. 57De levende Vader heeft mij gezonden, en ik leef door de Vader; zo zal wie mij eet, leven door mij. 58Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood dat uw voorouders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig leven.’ 59Dit alles zei hij in de synagoge van Kafarnaüm toen hij daar onderricht gaf.
 
Lied 565: 3 + 4 + 5 + 6

In twee gedaanten, brood en wijn,
wil Hij ons aller voedsel zijn.
Hij geeft zichzelf, zijn vlees en bloed,
zodat Hij ons volkomen voedt.
 
In twee gedaanten, brood en wijn,
wil Hij ons aller voedsel zijn.
Hij geeft zichzelf, zijn vlees en bloed,
zodat Hij ons volkomen voedt.
O zalig Lam dat voor ons boet,
de deur des hemels opendoet,
de vijand staat hier om ons heen,
Gij kunt ons helpen, Gij alleen.
 
De enige, drie-ene Heer,
zij eeuwig alle lof en eer,
die in het vaderland ons geeft
het leven dat geen einde heeft.

Verkondiging
Lied 389

Het brood dat ons voor ogen staat
en zich geduldig breken laat,
is uw gedaante, lieve Heer,
Gij daalt als manna in ons neer.
 
De beker die de ronde doet,
het is de omloop van uw bloed,
het spreekt van een geheimenis,
uw hartslag die ons leven is.
Uw bloed, het raakt de lippen aan,
de deurposten van ons bestaan,
de dood gaat aan ons hart voorbij,
o Lam van God, U loven wij.
 
Gij die een broodhuis voor ons zijt,
een wijngaard die het hart verblijdt,
Heer Jezus, die ons drenkt en voedt,
Gijzelf zijt onze overvloed.

DIENST VAN HET ANTWOORD
Pastorale mededelingen
Dankgebed en voorbeden
Stil gebed
Gezamenlijk Onzevader 
Mededelingen
Slotlied 704: 3 en  687: 3

Lof, eer en prijs zij God
die troont in ’t licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest
moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer,
gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer,
de toekomst is zijn rijk.
Wij teren op het woord,
het brood van God gegeven,
dat mededeelzaam is
en kracht geeft en nieuw leven.
Dus zeg en zing het voort,
geef uit met gulle hand
dit manna voor elk hart,
dit voedsel voor elk land.

Wegzending en Zegen      
Inzameling van de Gaven

terug