Stille Zaterdag Voorganger(s): Gertjan Pellikaan Tekst(en): Exodus 14: 21-23 / 26-27 / 30-31 & Mattheüs 27: 62-66 Ouderling(en): Siem van den Berg Organist: Henri Sneller
Beamer: Adriaan van Zanten Streamer: Samuel Pellikaan Bijbellezer: Lydia Lijster-Wilmer Collecte: 1. diaconie, 2 de kerk Locatie: Domkerk
Klik op de button om mee te luisteren
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo: of via
Orde van dienst:
Binnenkomst in stilte
Welkom
Aanvangslied 42: 1 + 2 + 3
Stil gebed & bemoediging & groet
Lied 42: 5
Lied 351: 1 + 2 Bijbellezing: Exodus 14: 21-23 / 26-27 / 30-31 (uit de NBV21) 21 Toen hield Mozes zijn arm boven de zee, en de HEER liet de zee terugwijken door gedurende de hele nacht een krachtige oostenwind te laten waaien. Hij veranderde de zee in droog land. Het water spleet, 22 en zo konden de Israëlieten dwars door de zee gaan, over droog land; rechts en links van hen rees het water op als een muur. 23 De Egyptenaren achtervolgden hen, alle paarden en wagens van de farao en al zijn ruiters gingen achter hen aan de zee in. 26 De HEER zei tegen Mozes: "Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters." 27 Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in. 30 Zo redde de HEER de Israëlieten die dag uit de handen van de Egyptenaren. Toen ze de Egyptenaren dood langs de zee zagen liggen 31 en het tot hen doordrong hoe krachtig de HEER tegen Egypte was opgetreden, kregen ze ontzag voor de HEER en stelden ze hun vertrouwen in Hem en in zijn dienaar Mozes.
Lied 939: 1
Gebed
Lied 340b
Doopgedachtenis
Lied 659: 1 + 4 + 5 + 6
Gebed om de opening van het Woord
Lied 317: 2 + 3 Bijbellezing: Matteüs 27: 62-66 (uit de NBV21) 62 De volgende dag, dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en de farizeeën samen naar Pilatus. 63 Ze zeiden tegen hem: "Heer, het schoot ons te binnen dat die bedrieger, toen Hij nog leefde, gezegd heeft: 'Na drie dagen zal Ik uit de dood worden opgewekt.' 64 Geeft u alstublieft bevel om het graf tot de derde dag te bewaken, anders komen zijn leerlingen Hem heimelijk weghalen en zullen ze tegen het volk zeggen: 'Hij is opgewekt uit de dood', en die laatste leugen zal nog erger zijn dan de eerste." 65 Pilatus antwoordde: "U kunt bewaking krijgen. Ga nu en regel het zo goed als u kunt." 66 Ze gingen naar het graf en beveiligden het door het te verzegelen en er bewakers voor te zetten.