zondag 2 maart 2025
om 19.00 uur
Domkerk
Voorganger(s): ds. Martine Wassenaar, ’s-Gravenzande
Tekst(en): Jeremia 7: 1-15 & Lukas 6: 39-49
Ouderling(en): Suzanne van Zanten-Keijzer
Organist: Erna Brinkman
Collecte: 1. diaconie, 2 de kerk
Locatie: Domkerk

Klik op de button om mee te luisteren
Orde van dienst:
Thema: De daad bij het woord voegen
Welkom en mededelingen
Stilte
Votum en groet
Aanvangslied 221: 1 + 2
1. Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zo als een mantel om mij heen geslagen,
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.
2. Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om, als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
Gebed
Lied 261: 1 + 8 + 9 + 10
1. Wij zoeken hier uw aangezicht.
God, houd uw oog op ons gericht:
Kyrie eleison
8..Hij gaat ons voor, is ons vooruit.
De schepping zingt zijn vreugde uit:
Amen. Halleluja!
9. Het lied van wie zijn voorgegaan
zet ons vandaag tot zingen aan:
Amen. Halleluja!
10. Ontvlam in ons en vuur ons aan!
Getroost zullen wij verder gaan.
Amen. Halleluja!
1e Schriftlezing: Jeremia 7: 1-15 NBV21
1De HEER richtte zich tot Jeremia: 2‘Ga in de tempelpoort staan en verkondig deze boodschap: Luister naar de woorden van de HEER, Judeeërs; luister, jullie die door deze poorten naar binnen gaan om je voor de HEER neer te buigen. 3Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Beter je leven, dan mogen jullie in dit land blijven wonen. 4Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: “Dit is de tempel van de HEER! De tempel van de HEER! De tempel van de HEER!” 5Als jullie je leven werkelijk beteren, als jullie elkaar rechtvaardig behandelen, 6vreemdelingen, wezen en weduwen niet onderdrukken, in dit land geen onschuldig bloed vergieten en niet achter andere goden aan lopen, jullie onheil tegemoet, 7dan mogen jullie hier blijven wonen, in het land dat Ik jullie voorouders gegeven heb, voor altijd en eeuwig. 8Maar jullie vertrouwen op die bedrieglijke leus, en dat zal je niet baten. 9Jullie stelen, moorden, plegen overspel en meineed, branden wierook voor Baäl en lopen achter andere goden aan, die jullie eerst niet kenden. 10En toch durven jullie, terwijl jullie al die gruweldaden plegen, voor Mij te verschijnen in deze tempel, het huis waaraan mijn naam verbonden is, met de gedachte: Ons kan niets gebeuren! 11Denken jullie soms dat het huis dat mijn naam draagt een rovershol is? Ik zie wel degelijk wat jullie doen – spreekt de HEER.
12Ga maar eens naar het heiligdom in Silo, waar Ik mijn naam vroeger liet wonen, en zie wat Ik er vanwege de wandaden van mijn volk Israël mee heb gedaan. 13Nu dan – spreekt de HEER –, omdat jullie al die gruweldaden plegen en Ik telkens weer tot jullie gesproken heb maar jullie niet hebben geluisterd, omdat Ik geroepen heb maar jullie niet hebben geantwoord, 14zal Ik met deze tempel, waaraan mijn naam verbonden is en waarin jullie je vertrouwen stellen, en met heel het land dat Ik jullie voorouders gegeven heb, hetzelfde doen als met Silo. 15Ik zal jullie verstoten, zoals Ik jullie broedervolk, het nageslacht van Efraïm, verstoten heb.
Lied 1005: 1 + 2 + 5
1. Zoekend naar licht hier in het duister,
zoeken wij U, waarheid en kracht.
Maak ons uw volk, heilig, vol luister,
schijn in de donkere nacht.
Christus, ons licht,
schijn door ons heen, schijn door het duister.
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.
2. Zoekend naar rust zijn wij vol zorgen
zoekend naar hoop, troost in uw woord.
Spreek door ons heen tot de verdrukten,
zo wordt uw stem gehoord.
Christus, ons licht,
schijn door ons heen, schijn door het duister.
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.
5. Met zoveel gaven aan ons gegeven,
voor zoveel leed, zoveel gemis.
Maak ons uw dienaars, leer ons te delen,
totdat uw rijk hier is.
Christus, ons licht,
schijn door ons heen, schijn door het duister.
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.
2e Schriftlezing: Lukas 6: 39-49
39Hij sprak ook in gelijkenissen tegen hen: ‘Kan de ene blinde de andere blinde leiden? Vallen ze dan niet samen in een kuil? 40Een leerling staat niet boven zijn leermeester; pas als iemand zich alles heeft eigen gemaakt, zal hij de gelijke zijn van zijn leermeester.
41Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? 42Hoe kun je tegen hen zeggen: “Laat mij de splinter uit je oog verwijderen,” terwijl je de balk in je eigen oog niet ziet? Huichelaar, verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om de splinter uit het oog van je broeder of zuster te verwijderen.
43Een goede boom brengt geen slechte vruchten voort, en evenmin brengt een slechte boom goede vruchten voort. 44Elke boom kun je aan zijn vruchten kennen, want van distels pluk je geen vijgen en van doornstruiken geen druiven. 45Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over.
46Waarom roepen jullie “Heer, Heer” tegen Mij, maar doen jullie niet wat Ik zeg? 47Ik zal jullie vertellen op wie degene lijkt die bij Me komt, naar mijn woorden luistert en ernaar handelt: 48hij lijkt op iemand die bij het bouwen van zijn huis een diep gat groef en het fundament op rotsgrond legde. Toen er een overstroming kwam, beukte het water tegen het huis, maar het stortte niet in omdat het degelijk gebouwd was. 49Wie wel naar mijn woorden luistert maar niet doet wat Ik zeg, lijkt op iemand die een huis bouwde zonder fundament, zodat het meteen instortte toen het water ertegen beukte en er alleen een bouwval overbleef.’
Lied 537: 1 + 2 + 4
1. Zo spreekt de Heer die ons geschapen heeft:
Wat durft dat volk Mij nog te vragen.
Dat volk dat vast, maar toch in tweedracht leeft,
wat durft dat volk Mij nog te vragen.
Die in zak en as gezeten
twistend mijn gebod vergeten,
denkt gij, dat ik om dat vasten geef?
Mijn volk, wat durft gij Mij te vragen.
2. Zo spreekt de God die alles weet en ziet:
Ik durf uw vasten niet vertrouwen.
Als gij de zwervers niet uw woning biedt
durf Ik uw vasten niet vertrouwen.
Schenk uw brood aan de geboeiden
schenk uw troost aan de vermoeiden.
Anders hoor Ik naar uw smeken niet,
en durf uw vasten niet vertrouwen.
4. En Jezus zegt: Mensen, verdraag elkaar,
en Jezus’ woord zal ons bevrijden.
Vergeet uzelf en dien elkander maar
– en Jezus’ woord zal ons bevrijden.
Aan elkander prijsgegeven
vindt gij honderdvoudig leven.
Jezus zegt: Mensen, bemin elkaar.
En Jezus’ woord zal ons bevrijden.
Overweging
Moment van stilte
Muzikaal meditatief moment
Lied 911 : 1 + 2 + 3
1. Rots waaruit het leven welt,
berg mij voor het wreed geweld;
laat het water met het bloed
dat Gij stort in overvloed
als een bron van Sion zijn,
die ontspringt in de woestijn.
2. Niet de arbeid die ik lijd,
niet mijn ijver en mijn strijd,
niet mijn have en mijn goed
komt uw eisen tegemoet,
ook mijn tranen en verdriet
zijn voor niets, redt Gij mij niet.
3. Ja, Gij zijt het die mij redt
van uw eigen strenge wet,
van mijn eigen dwaze schuld
die Gij delgt in uw geduld,
God die al mijn kwaad verdroeg,
uw genade is genoeg.
Aandachtsgebeden eindigend in gezamenlijk Onze Vader
Mededelingen door de kerkenraad
Collecten
Slotlied 416
1. Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen
met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
2. Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden,
over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
3. Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren,
in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
4. Ga met God en Hij zal met je zijn
tot wij weer elkaar ontmoeten,
in zijn naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
Heenzending en zegen
Allen zingen: Amen, Amen, Amen
Doven van de kaars
Uitleidend orgelspel
Toelichting collecte
Deze zondag wil de diaconie collecteren om de algemene uitgaven te bekostigen. Dit zijn de onder andere het verplichte quotum (afdracht aan landelijke PKN) en kosten voor kerstattenties.

|