zondag 25 september 2022 om 19:00

Domkerk
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Tekst(en): Galaten 3: 1-14 & Galaten 3: 15-29
Ouderling(en): Erik Elgersma
Organist: Henri Sneller

Collecte: Raad van kerken: vluchtelingen Oekraïne Westland
Locatie: Domkerk

Klik op de button om mee te luisteren   

   
Orde van dienst:
Orgelspel
Welkom
Intochtslied  975: 1 
1. Jezus roept hier mensen samen
    die in woord, gebed en lied
    Gods aanwezigheid beamen,
    geen belofte gaat teniet.
    Prijs nu God, die goed en trouw is, 
    prijs de Zoon, die mensen kent, 
    prijs de Geest die als de Trooster
    zich naar ons heeft toegewend.

Stil gebed
Bemoediging en groet
Vervolg intochtslied 975: 4
4. Jezus roept ons tot zijn tafel,
    breed en wereldwijd gedekt, 
    waar de kerk bezit haar aardse
    hemelse ontmoetingsplek.
    Deel dan brood en wijn, zijn lichaam,
    deel het lied van liefde weer,
    deel het feest voor heilige zondaars,
    wees te gast bij God de Heer.

Gebed 
Lied 542: 1 + 4
1. God roept de mens op weg te gaan,     
    zijn leven is een reis:
    ‘Verlaat wat gij bezit en ga
    naar ’t land dat Ik u wijs.’
4. Eer aan de Vader en de Zoon
    en aan de heilige Geest,
    God, die al voor de eerste mens
    belofte zijt geweest.

Lezing uit het Nieuwe Testament: Galaten 3: 1-14
1 Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen? Ik heb u Jezus Christus toch openlijk en duidelijk als de gekruisigde bekendgemaakt? 2 Ik wil maar één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te geloven wat u hebt gehoord? 3 Bent u werkelijk zo dwaas dat u, terwijl u met de Geest begon, nu weer uitkomt bij het aardse? 4 Is alles wat u hebt meegemaakt dan voor niets geweest? Dat kan toch niet! 5 Geeft God u de Geest en laat Hij zijn kracht in u werkzaam zijn omdat u de wet naleeft, of omdat u gelooft wat u hebt gehoord?
6 Van Abraham wordt gezegd: ‘Hij vertrouwde op God, en dat werd hem als rechtvaardigheid toegerekend.’ 7 U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. 8 En de Schrift, die voorzag dat God ook de andere volken door geloof rechtvaardig zou verklaren, verkondigde het evangelie al lang tevoren aan Abraham: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’ 9 En dus wordt iedereen die gelooft samen met Abraham, de gelovige, gezegend. 10 Maar wie zijn vertrouwen stelt in het naleven van de wet, leeft onder een vloek, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is eenieder die zich niet houdt aan alles wat in het boek van de wet geschreven staat.’ 11 Dat niemand voor God als rechtvaardig geldt omdat hij de wet naleeft, is volkomen duidelijk, want ‘de rechtvaardige zal leven door geloof’. 12 Bij de wet daarentegen gaat het niet om geloof, want er staat: ‘Wie doet wat de wet voorschrijft, zal leven.’ 13 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons vervloekt te worden, want er staat geschreven: ‘Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt.’ 14 Zo zouden in Christus Jezus alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij, zoals is beloofd, door geloof de Geest ontvangen.

Lied 868: 2 + 5
2. Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven;   
    heeft u in ’t licht als op adelaarsvleuglen geheven.
    Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt,
    Hij heeft zijn woord u gegeven.
5. Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen,
    christenen loof Hem met Abrahams kinderen samen.
    Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust.
    Alles wat ademt zegt: Amen.

Lezing uit het Nieuwe Testament: Galaten 3: 15-29
15 Broeders en zusters, zoals algemeen bekend, is een testament rechtsgeldig als het door een mens bekrachtigd is; niemand kan het ongeldig verklaren of er iets aan toevoegen. 16 Net zo gaf God zijn beloften aan Abraham en zijn nakomeling. Let wel, er staat niet ‘nakomelingen’, alsof het velen betreft, maar het gaat er om één: ‘je nakomeling’ – en dat is Christus. 17 Ik bedoel dit: de wet, die vierhonderddertig jaar na de belofte is gekomen, maakt het testament dat door God bekrachtigd is niet ongeldig. De wet kan de belofte niet ontkrachten. 18 Immers, als de erfenis afhankelijk zou zijn van de wet, zou ze niet afhankelijk zijn van de belofte, maar het is nu juist door zijn belofte dat God zijn genade aan Abraham heeft geschonken.
19 Waarom dan toch de wet? De wet is later toegevoegd om onze overtredingen aan het licht te brengen, tot de komst van de nakomeling aan wie de belofte was gedaan, en werd door engelen uitgevaardigd bij monde van een bemiddelaar. 20 Maar bemiddeling is niet nodig wanneer er maar één is die handelt, en God is één. 21 Is de wet daarom in strijd met Gods beloften? Absoluut niet. Als er een wet gegeven was die leven kon brengen, dan zouden we inderdaad rechtvaardig verklaard kunnen worden op grond van de wet. 22 Maar de Schrift heeft alles in de macht van de zonde gelegd, zodat de belofte kon worden gegeven op grond van geloof in Jezus Christus, aan wie op Hem vertrouwen. 
23 Voordat dit geloof kwam, werden we door de wet bewaakt; we leefden in gevangenschap tot het geloof geopenbaard zou worden. 24 Kortom, de wet hield ons onder toezicht totdat Christus kwam, opdat we rechtvaardig verklaard zouden worden op grond van geloof. 25 Maar nu het geloof gekomen is, staan we niet langer onder toezicht, 26 want door dit geloof bent u allen kinderen van God, in Christus Jezus. 27 U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. 28 Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. 29 En omdat u Christus toebehoort, bent u nakomelingen van Abraham, erfgenamen volgens de belofte.

Lied 968: 2 + 5
2. Door God bijeen vergaderd,
    één volk dat Hem behoort,
    als kinderen van één Vader;
    één doop, één Geest, één woord.   
    Zo offert allerwege
    de kerk U lof en prijs.
    Eén naam is aller zegen,
    één brood is aller spijs.
5. Met God zijn wij verbonden,  
    met Vader, Zoon en Geest,
    met alwie overwonnen, 
    alwie zijn trouw geweest.
    Bewijs ons uw genade,
    dan zingen wij bevrijd
    de glorie van uw daden,
    in tijd en eeuwigheid.

Overdenking
Meditatief orgelspel
Geloofsbelijdenis: Lied 312 (gelezen)
        Wij geloven met hart en ziel dat de Heer onze God is, de enige.
Hij heeft ons bevrijd –
geen andere goden zullen wij dienen,
geen enkel beeld van de Levende zullen wij maken.
Wij geloven dat wij naar zijn beeld en gelijkenis geschapen zijn –
dat wij in Gods naam zullen leven.
Wij geloven dat de dag van de Heer heilig is –
dat allen eerbied waardig zijn
die ons voorgaan naar het land van Gods belofte.
Wij geloven dat enkel liefde de dood overwint –
dat wij elkaar trouw mogen zijn,
zoals God zich met ons verbonden heeft.
Wij geloven dat een waarachtige getuigenis jegens onze naaste
en eerbiediging van zijn bezit
God welgevallig is.
Dat geloven en belijden wij voor God en elkaar.
Amen.

Dank- en voorbeden 
Stil gebed
Onzevader
Slotlied 827
1. Mensen, wij zijn geroepen om te leven!    
    Hoog is de hemel boven ons verstand
    en onder onze voeten hier beneden
    de goede grond, het groene moederland.  

2. God onze toekomst, God is onze Vader,
    Hij is het licht voor onze dagen uit.
    De hele wereld leeft van zijn genade,
    Hij gaf de aarde en Hij geeft de tijd.
3. Abraham heeft Hij eerst zijn woord gegeven,   
    dat als een zaad ontkiemde in zijn zaad,
    om zo de toekomst tegemoet te leven
    wanneer de grote oogst te velde staat.

4. Ja, wij zijn allen kinderen der belofte,
    kinderen van de dag die komen zal,
    als Hij, de Zoon, de zon, daalt uit de hoogte,
    roepend van recht en vrede overal!

Wegzending en Zegen



terug