zondag 18 september 2022 om 09:30

Domkerk
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Ouderling(en): Jeanne Groenheide-Monna
Organist: Jobje Versteeg-Zuur

Beamer: Wim de Vos
Streamer:  Koos de Rijke
Bijbellezer: Carel van Wensen
Collecte: 1. Streekverband de Tien, 2 de kerk
Locatie: Domkerk

Klik op de button om mee te luisteren   
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo:  

Kindernevendienst:
Onderwerp: Jozef in Egypte. Genesis 41: 33-57 

Orde van dienst:
Orgelspel
Welkom
Intochtslied 825: 1

1. De wereld is van Hem vervuld,
    die ’t kennen gaat te boven,
    wiens heerlijkheid ons is verhuld,
    in vonken licht verstoven.
    Geen mensenoog heeft Hem gezien
    wien elk zijn tempel bouwt, in wien
    onwetend wij geloven.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Lied 825: 4 + 5

4. Hij meet ons tijd en ruimte toe
    genoeg om Hem te vinden.
    Hij kent ons toch, Hij weet toch hoe    
    wij tasten in den blinde
    naar Hem, uit wie ons leven is.
    Eens treedt Hij uit de duisternis
    en noemt ons zijn beminden.
5. Ja, Hij is elk van ons nabij,
    hoe hemelhoog verheven;
    in Hem bestaan, bewegen wij,
    in Hem is heel ons leven.
    Dat heeft Hij aan het licht gebracht:   
    de mensen zijn van zijn geslacht,
    voorgoed met Hem verweven.
Verootmoedigingsgebed
Lied 834
1. Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht!
    God, laat mij voor uw aangezicht,
    geheel van U vervuld en rein,
    naar lijf en ziel herboren zijn.

2. Schep, God, een nieuwe geest in mij,    
    een geest van licht, zo klaar als Gij;
    dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
    en ga de weg die U behaagt.
3. Wees Gij de zon van mijn bestaan,   
    dan kan ik veilig verder gaan,
    tot ik U zie, o eeuwig licht,
    van aangezicht tot aangezicht.
Gebed om verlichting door de Heilige Geest
Kindermoment 
Jozef deel 3
Korte inleiding
Lezing uit het Oude Testament – Genesis 41: 33-57

33 U zou er daarom goed aan doen, farao, een verstandig en wijs man te zoeken en het bestuur over Egypte aan hem toe te vertrouwen. 34 Ook zou u krachtige maatregelen moeten nemen. Ik raad u aan in het hele land opzichters aan te stellen en tijdens de zeven jaren van overvloed een vijfde te vorderen van wat het land opbrengt. 35 Al het voedsel dat Egypte voortbrengt in de goede jaren die straks aanbreken, moet worden verzameld. U moet erop toezien dat het graan veilig in de steden wordt opgeslagen. 36 Uit die voedselvoorraad kan het land dan putten in de zeven jaren van hongersnood die het te wachten staan. Zo hoeft Egypte niet van honger om te komen.’
37 Zowel de farao als zijn dienaren stemden met dit voorstel in. 38 ‘Zouden we ooit iemand kunnen vinden als deze man, iemand die zo vervuld is van Gods geest?’ zei de farao tegen hen. 39 Toen richtte hij zich weer tot Jozef: ‘Aangezien God u dit allemaal bekend heeft gemaakt, is er vast niemand die zo verstandig en wijs is als u. 40 U vertrouw ik het bestuur van mijn paleis toe, en heel mijn volk zal doen wat u beveelt. Alleen door de troon zal ik boven u staan.’ 41 Hij vervolgde: ‘Hierbij stel ik u aan over heel Egypte,’ 42 en hij deed zijn zegelring af, schoof die aan Jozefs vinger, gaf hem kleren van fijn linnen en hing hem een gouden keten om de hals. 43 Hij liet hem rondrijden in de op een na mooiste wagen die hij bezat, en voor Jozef uit gingen dienaren die riepen: ‘Eerbied!’ Zo stelde hij Jozef aan over heel Egypte. 44 ‘Ik ben de farao,’ zei hij, ‘maar zonder uw toestemming zal niemand in heel Egypte ook maar één stap verzetten.’
Psalm 105: 6
6. Toen zij door vreemde landen gingen, / een kleine schare vreemdelingen,
    van volk tot volk, van land tot land, / toen ging Hij aan hun rechterhand.
    Volken en vorsten zei Hij aan: / laat mijn gezalfden veilig gaan.
Vervolg lezing uit het Oude Testament – Genesis 41: 45-57
45 Hij gaf Jozef de naam Safenat-Paneach, en hij gaf hem Asnat tot vrouw; zij was een dochter van Potifera, een priester in Heliopolis. Jozef reisde heel Egypte door. 46 Dertig jaar oud was hij toen hij in dienst kwam bij de farao, de koning van Egypte. Jozef verliet het koninklijk paleis om het hele land te doorkruisen.
47 In de zeven jaren van overvloed kon er in het land volop worden geoogst. 48 Al het voedsel dat Egypte in die zeven jaar voortbracht, werd verzameld en in de steden opgeslagen; in elke stad sloeg men de opbrengst van de omliggende akkers op. 49 Het graan dat Jozef bijeenbracht, was als het zand bij de zee: het was zo veel dat men maar ophield de voorraad te tellen, want er was geen tellen meer aan.
50 Nog voordat de periode van hongersnood aanbrak, kreeg Jozef twee zonen bij Asnat, de dochter van Potifera, de priester uit Heliopolis. 51 Zijn eerstgeborene noemde hij Manasse, omdat God hem al zijn ellende en het gemis van zijn familie had doen vergeten. 52 Het tweede kind noemde hij Efraïm, ‘want,’ zei hij, ‘God heeft mij vruchtbaar gemaakt in dit land, waar ik zoveel te verduren heb gehad.’
53 Aan de zeven jaren waarin er in heel Egypte overvloed was, kwam een einde, 54 en de zeven jaren van hongersnood braken aan, zoals Jozef had voorspeld. In alle landen heerste hongersnood, maar in Egypte had iedereen te eten. 55 Toen ook de Egyptenaren honger begonnen te lijden en de mensen steeds luider om eten riepen bij de farao, zei deze tegen hen: ‘Ga maar naar Jozef en doe wat hij zegt.’ 56 Toen de hongersnood zich over het hele land had uitgebreid, liet Jozef alle voorraadschuren openen en verkocht hij het graan aan de bevolking. De hongersnood in Egypte werd steeds erger, 57 en ook uit alle andere landen kwamen de mensen naar Egypte om bij Jozef graan te kopen; zo erg was de hongersnood overal.
Psalm 105: 7
7. Egyptes koning, die bespeurde
    dat al wat Jozef zei gebeurde,
    bevrijdde hem, gaf heel zijn land
    en heel zijn huis hem in de hand.
    Rijksgroten zelfs vereerden hem,
    en oudsten hoorden naar zijn stem.
Verkondiging
Meditatieve stilte
Lied 836: 1 + 4 + 5
1. O Heer die onze Vader zijt,
    vergeef ons onze schuld.
    Wijs ons de weg der zaligheid,
    en laat ons hart, door U geleid,
    met liefde zijn vervuld,
    met liefde zijn vervuld.

4. Leg Heer uw stille dauw van rust    
    op onze duisternis.
    Neem van ons hart de vrees, de lust,   
    en maak ons innerlijk bewust
    hoe schoon uw vrede is,
    hoe schoon uw vrede is.
5. Dat ons geen drift en pijn verblindt,      
    geen hartstocht ons verwart.
    Maak Gij ons rein en welgezind,
    en spreek tot ons in vuur en wind,
    o stille stem in ’t hart,
    o stille stem in ’t hart. 
Afkondigingen / mededelingen
Voorbeden
Stil gebed
Voorbereiding
Gezongen schuldbelijdenis – Lied 377: 1 t/m 4
1. Zoals ik ben, kom ik nabij,
    met niets in handen dan dat Gij       
    mij riep en zelf U gaf voor mij –
    o Lam van God, ik kom.

2. Zoals ik ben, met al mijn strijd,
    mijn angsten en onzekerheid,
    mijn maskers en mijn ijdelheid –
    o Lam van God, ik kom.
3. Zoals ik ben, verdoofd, verblind,          
    tast ik naar U, die mij bemint,
    bij wie mijn ziel genezing vindt –
    o Lam van God, ik kom.

4. Zoals ik ben, ontvangt Gij mij,
    reinigt, vergeeft, omarmt Gij mij,
    vervult, verlicht, verwarmt Gij mij –
    o Lam van God, ik kom.
Nodiging 
Vredegroet
Diakenen naar voren en maken de tafel gereed
Gezongen tafelgebed – Lied 377: 5 t/m 7
5. Zoals ik ben, in U te zijn
    en Gij in mij, in brood en wijn:
    uw ziel, uw levenskracht wordt mijn –    
    o Lam van God, ik kom.

6. Zoals ik ben – ja, dat ik dan
    de lengte, breedte, hoogte van
    uw diepe liefde vatten kan:
    o Lam van God, ik kom.
7. Zoals ik ben: dat ik uw naam
    nu al, met alle heiligen saam,
    en eens ook voor uw troon beaam –    
    o Lam van God, ik kom.
Vervolg tafelgebed
Onze Vader

Instellingswoorden
Gebed om de Heilige Geest
Delen van brood & wijn 
Dankgebed na de maaltijd
Slotlied 425

1. Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen
    van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord,
    in Christus verbonden, tezamen gezonden
    op weg in een wereld die wacht op uw woord.
    Om daar in genade uw woorden als zaden
    te zaaien tot diep in het donkerste dal,
    door liefde gedreven, om wie met ons leven
    uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.
Zending en Zegen

terug